De moederdag begon vannacht al vroeg. Ik ben moeder en zal het weten ook. Er werd geklaagd over buikpijn. Een slok water deed even wonderen. Een kus, knuffel en slaap lekker. Helaas het wonder was van korte duur. De buikpijn bleef komen en gaan, een paracetamol en naast hem in bed gekropen om in de gaten te houden of het beter zou worden. Samen proberen de pijn weg te blazen, maar het hielp allemaal niet. Nog meer gehuil en geklaag. Mannetje toch. En dan volgt, wat we vele malen hebben meegemaakt, maar wat nooit, nooit, nooit went. Het hele bed wordt vol gespuugd. Meteen is er al de opluchting, na nog een paar een golven is de rust in de buik ook terug. Schoon bed en heerlijk doorgeslapen tot 20 over 8, aldus de verslaggever in eigen persoon. Waarna hij met papa en heerlijk ontbijtje op bed komt brengen, met bij behorende tekening. De buikpijn is over, het oog ontstoken. Ventje toch.
Nu was het ook van de week dat ik natuurlijk weer denk aan het moederschap van een weggevlogen ziel. Van een ster, of misschien nog wel mooier, van een vlinder. Het was ook deze week dat ik (wederom) in een boek mijn eigen vergelijking las, die ik al eerder maakte, zonder te weten dat het ergens beschreven stond. Een vader beschrijft hoe hij zich voelt na het verlies van een kind. Hij voelt zich naamloos, want legt hij uit, een kind dat zijn ouders verliest wordt wees. Een vrouw die haar man verliest wordt weduwe en een man weduwnaar, nadat hij zijn vrouw verliest. Maar een ouder die zijn of haar kind verliest, wat wordt die? Hij vindt zichzelf naamloos. Iets dat ik niet herken, dat ik niet zo in de lucht wil laten zweven. Ik ben nog steeds moeder. Misschien wel meer dan ik ooit zou kunnen zijn geweest, als dit niet was gegaan zoals het is gegaan.
Elisabeth Kübler-Ross beschrijft het sterven als het opengaan van een cocon, waarbij de ziel als een vlinder uit het lichaam, de cocon, opstijgt. Dat vind ik prachtig verwoord en is niet alleen door haar beschreven, maar al vele malen in symbolen doorgegeven van generatie op generatie. Daarmee kom ik bij de naam die ik mezelf en alle moeders geef die een kind hebben mogen brengen op deze wereld en weer hebben mogen loslaten: ik ben een vlindermoeder.
De vader uit dat boekje (Stil verdriet - Manu Keirse) benoem ik tot vlindervader, ik hoop dat hij daar aansluiting in kan vinden.
Straal Mirthe: Straal!
Welkom op het blog van Mirthe. Het blog waarmee we zijn begonnen om onze naasten te infomeren over het wel en wee rondom Mirthe, toen ze ziek was. Een hersentumor, medulloblastoom, met uitzaaiingen en tumorcellen in het hersenvocht. De behandeling leek aan te slaan, Mirthe was klaar en de MRI liet geen kanker meer zien. De toekomst die weer voor ons open lag, bleek van korte duur. De kanker was terug (of nooit helemaal weg geweest), een tweede behandeling startte, maar bleek niet op te kunnen tegen de onverwachte wending die het kreeg: uitzaaiingen in de botten. 11 dagen na het staken van de behandeling, vertrok Mirthe naar de sterren op 29 september 2014.
Het blog wordt nog bijgehouden, minder frequent, maar om te laten zien hoe Mirthe mij nog steeds inspireert. Na haar overlijden ben ik mij gaan inzetten als ervaringsdeskundige ouder om de zorg voor kinderen met kanker te verbeteren. Nog altijd is er ruimte voor verbetering, al worden er veel nieuwe ontwikkelingen doorgevoerd.
1 opmerking:
Vlindermoeder! Ik vind het mooi!!!
Liefs, Moniek.
Een reactie posten